Instructie Spiegeltherapie

INSTRUCTIE SPIEGELTHERAPIE

Inleiding
De spiegelmethode is rond 1995 voor het eerst geïntroduceerd door V.S. Ramachandran, een Amerikaans neuroloog. We voelen ons lichaam voelen met onze hersenen. In onze hersenen is een een soort landkaart van ons lichaam (lees meer via het menu over oorzaken). Wanneer er bijvoorbeeld op hand wordt gedrukt dan activeert in de hersenen het handgebied. De hersenen zijn voortdurend aan het bepalen waar ons lichaam zich bevindt en in welke positie. Hiervoor gebruiken de hersenen onder meer informatie via de ogen. Visuele informatie, bewegen en voelen blijken sterk invloed op elkaar te hebben. Wanneer door amputatie of andere beschadiging of doorsnijden van zenuwen het bijbehorende gebied in de hersenen geen informatie meer krijgt begint het zelf activiteit te vertonen en de patiënt voelt dit als pijn. Na amputatie van de hand zou je kunnen zeggen dat het  handgebied in het brein werkeloos is geworden en zich verveelt. In reactie daarop wordt het overgevoelig en begint als het ware pijnsignalen te maken. Er ontstaat een soort fantoompijn-netwerk in de hersenen.

Ramachandran bedacht dat we moeten proberen dat neurale netwerk in de hersenen dat klachten geeft te beïnvloeden via de ogen met een spiegeltruc. Wanneer u in de spiegel kijkt op zo’n manier dat het lijkt of uw geamputeerde arm of been weer zichtbaar is, dan wordt het hersengebied van dat lichaamsdeel geactiveerd en er beginnen processen in het brein te werken. Het is net of het brein concludeert: alles is goed, kijk maar. Dit kan leiden tot pijndaling. Tegenover methoden met medicijnen waarbij vooral gedacht wordt aan afremmen van prikkels in het brein is de spiegelmethode een verrassende nieuwe manier van invloed uitoefenen op pijnnetwerken in onze hersenen. Het gaat hierbij niet om het verder ‘versuffen’ van het brein, maar juist om het terug draaien van fout gelopen reorganisatie in de hersenen. De spiegelmethode is goedkoop en kan je zelf thuis doen met een beetje doorzettingsvermogen of steun van een fysiotherapeut/psycholoog.

Voor wie
De spiegelmethode is geschikt voor patiënten met chronische pijn zoals fantoompijn na amputatie van een arm of been, pijn na beschadiging van een zenuw in arm of been en beginnende dystrofie. Ook wanneer uw pijn wordt benoemd als CRPS (chronisch regionaal pijn syndroom) zou de spiegelmethode geschikt voor u kunnen zijn. De pijn moet aan één kant in een arm of een been zitten, bij dubbelzijdige pijn zal de spiegelmethode niet goed effect hebben. De spiegelmethode is bijzonder geschikt voor fantoompijnpatiënten die hun fantoomarm of fantoombeen in een verstijfde toestand voelen.

De spiegel
U hebt nodig een spiegel die u dwars op uw lichaam kunt opstellen.  De spiegel moet groot genoeg zijn om duidelijk uw hele arm of been  te spiegelen. U kunt een losse passpiegel aanschaffen, maar deze moet beslist perfect verticaal gezet kunnen worden. Scheef staande spiegels zijn niet geschikt. De passpiegel kan op wieltjes of een vaste standaard staan. U kunt ook een andere grote losse spiegel gebruiken en deze zelf of door een ander vast laten houden tijdens de oefening. Ook kunt u een spiegel gebruiken die op een (kast)deur geplakt zit mits u voldoende ruimte hebt om dwars op de deur te gaan zitten. In de filmpjes en foto’s van Ramachandran is te zien dat bij fantoomarmpijn ook een kleinere spiegel op tafel geplaatst kan worden.

Startpositie
Plaats de spiegel loodrecht op uw lichaam met de spiegelende zijde naar de niet pijnlijke kant van uw lichaam. Als u pijn in een fantoomarm hebt, zorg dan dat vooral het armgebied zichtbaar is en als het om een fantoombeen gaat moet vooral het beengebied in de spiegel zichtbaar zijn. Ga zo dicht mogelijk bij de spiegel zitten, liefst met uw buik tegen de spiegelrand. Als u ‘om het hoekje’ in de reinier_jpgspiegel kijkt ziet u uw arm of been weerspiegeld alsof het uw arm of been aan de pijnlijke kant is. Wanneer u geamputeerd bent is de geamputeerde zijde dus aan de niet spiegelende zijde van de spiegel en lijkt het via het spiegelbeeld of daar toch weer een arm of been is. Wanneer u een fantoomarm of been in een rigide stijve positie voelt, plaats dan eerst uw goede ledemaat in dezelfde positie en begin van daaruit de oefening te doen. Uw fantoomgevoel en de houding van uw arm of been moet dan (gespiegeld) gelijk zijn aan elkaar.

Oefeninstructie
In de hierboven beschreven positie beweegt u uw arm of been en met uw ogen kijkt u vooral naar het spiegelbeeld. Het lijkt of uw pijnlijke kant normaal is en pijnloos kan bewegen. Varieer uw bewegingen. Maak van uw hand een vuist, open de vingers, beweeg naar de spiegel en er weer vanaf, horizontaal, verticaal, naar uw lichaam toe, van uw lichaam af. Als het bij u om een voet/been gaat krult u de tenen, kantelt de voet, maakt stap-bewegen, schuif het been naar en van de spiegel, gebruik een balletje om af te wisselen, etc.
U weet natuurlijk dat u in een spiegel kijkt. U hoeft er ook niet ‘in te geloven’ of iets dergelijks. Puur kijken naar uw spiegelbeeld en u zo goed mogelijk concentreren is voldoende.
U houdt het in de spiegel kijken terwijl u beweegt een kwartier vol. In dit kwartier voelt u wellicht veranderingen in uw pijn of misschien niet meteen. Let aandachtig op wat u voelt gebeuren en laat het gewoon gebeuren. U hoeft het niet te sturen. Patiënten vertellen ons dat hun fantoomarm/been gaat meebewegen en verkrampte fantoomgevoelens uit hun verkrampte positie komen en de pijn daarmee daalt of zelfs stopt. Het meebewegen van het fantoomledemaat is goed en mag u laten gebeuren. Het kost veel concentratie om het te blijven volgen en kan erg vermoeiend zijn, maar het is de moeite waard.
U moet de spiegeloefening liefst dagelijks doen en het kan nodig zijn om het 4 tot 6 weken vol te houden. Wanneer u na 4 weken nog geen enkel effect ervaart kunt u stoppen. Soms reageren patiënten met een onmiddellijke daling in de pijn en hebben ze de spiegel daarna niet meer nodig. Andere patiënten vertellen zo nu en dan de spiegel weer even terug te pakken als de pijn weer toeneemt. Ze zijn dan blij met deze methode invloed te kunnen uitoefenen op hun pijn en zelf zonder medicijnen pijndaling te kunnen bereiken.

Wetenschappelijk onderzoek
Fysiotherapeuten, ergotherapeuten en psychologen passen de spiegelmethode experimenteel toe en wetenschappelijk onderzoek is eigenlijk nog maar net begonnen. Ook in Nederland loopt onderzoek, o.a. naar de toepassing bij posttraumatische dystrofie (CRPS) waarvan de eerste berichten hoopgevend zijn. Er zijn enkele wetenschappelijke publicaties over de spiegelmethode bij kleine groepen. Hieronder volgen samenvattingen van publicaties over de spiegelmethode met verwijzing naar de wetenschappelijke tijdschriften waarin u het artikel kunt vinden.

“Touching the phantom limb.” Ramachandran VS, Rogers-Ramachandran D, Cobb S. Nature, vol 377, 12 october 1995.
In dit artikel beschrijft Ramachandran de toepassing van de spiegelmethode bij 9 patiënten die hij 3 weken lang 15 minuten per dag voor de spiegel laat oefenen. Hij vertelt dat de fantoomhand met het spiegelbeeld mee gaat bewegen en dat de patiënt het fantoomledemaat levensecht voelt meebewegen. Bij vier van de vijf patiënten die last hadden van een spastische pijnlijke fantoomarm verdween de fantoompijn bij het in de spiegel kijken. Dit effect kon niet worden nagebootst door met ogen dicht te denken aan het bewegen van de fantoomarm.

“Graded motor imagery is effective for long-standing complex regional pain syndrome: a randomized controlled trial. Evaluation and treatment of central pain syndromes.” Pain 108, 2004, 192-198. Moseley GL. Nicholson BD. Neurology, 2004;62:S30-S36.
Moseley deelde 13 patiënten met CRPSI (chronisch regional pijn syndroom type I) willekeurig in voor verschillende therapievormen waaronder de spiegelmethode. De behandeling was vrij intensief. De patiënt moest ieder uur van de dag oefenen. De spiegelmethode had significant meer effect (pijndaling) dan het effect bij de controlegroepen.

“A controlled pilot study of the utility of mirror visual feedback in the treatment of complex regional pain syndrome (type 1).” McCabe CS, Haigh RC, Ring EF, Halligan PW, Wall PD, Blake DR. Rheumatology (Oxford). 2003 Jan;42(1):97-101.
Bij 8 patiënten met chronische pijn (CRPS) werd spiegeltherapie toegepast met een controleconditie met een niet spiegelend bord maar waarbij de patiënt dezelfde oefeningen moest doen. Bij CRPS in het beginstadium bij 3 patiënten (korter dan 8 weken) blijkt de spiegeltherapie effectief. Na 6 weken was temperatuur en functie van het ledemaat weer normaal. Er was een onmiddellijk pijnstillend effect. Een sessie spiegeltherapie duurde 5 minuten en werd zo vaak toegepast als de patiënt wilde (bijvoorbeeld wekenlang 8x per dag). Het niet aangedane lichaamsdeel wordt bewogen (flexie-extensie) en ook het aangedane ledemaat moest indien mogelijk congruent worden meebewogen terwijl er wordt gekeken naar het spiegelbeeld. Gesteld wordt dat de spiegel helpt het gevoel van pijn en stijfheid te laten dalen. Het pijnstillend effect was verbazend, maar pijn en stijfheid keerden snel terug na weghalen van de spiegel en er was veel herhaling van de oefening nodig.